NiZA home address, documentation, programmes, who is who list of NiZA publications links to websites on Southern Africa, by country or subject email NiZA search this site

terug terug

Nieuwe tijden, oude tijden op het Zuid-Afrikaanse platteland
De chief gaat naar Kaapstad
door Barbara Oomen

Zuidelijk Afrika zomer 1999 Jrg. 3, nr 2

De chief glundert, want hij mag naar het parlement. Zijn vroegere chauffeur, nu burgemeester, is al even vrolijk met zijn nieuwe BMW en villa. Ook de dorpelingen hoeven niet te klagen: niet alleen krijgen zij op de valreep voor de parlementsverkiezingen elektriciteit, maar nu komt ook Nelson Mandela nog op bezoek. Verslag van de aanloop naar de verkiezingen in een dorpje waar alles eigenlijk best goed gaat. 

 

Begin april, Madibong. Op het stoffige dorpsplein mengt de geur van geroosterd maïs zich met de benzinewalmen van de minibus-taxi's en het gedreun van kwaito met flarden gospel uit een nabije kerk. De verkiezingsstrijd is hier, in een van de armste gebieden van de Noordelijke Provincie, laat op gang gekomen. Vandaag echter lijkt het hele dorp uitgelopen voor de presentatie van het ANC-verkiezingsmanifest.

Een oude man heeft een sticker met de slogan 'Een beter leven voor iedereen' over een van de gaten in zijn jasje geplakt. De fanfare met gedeukte instrumenten wacht tot zij mag optreden, net als de jongetjes in traditionele kledij.

Het gezelschap bobo's achter de tafel is al even veelkleurig als de plumeau van de lofdichter die ze toezingt: oudgedienden uit de vrijheidsstrijd, jonge jongens, sterk ogende vrouwen en ook de chief, het lokale stamhoofd.

Het stamhoofd?

"Ja", speecht een van de vrouwen, "veel mensen zeggen dat het ANC geen partij voor de chiefs is. Dat wij hun salarissen alleen maar hebben verhoogd in ruil voor steun bij de verkiezingen. Maar dat is onzin. Traditionele leiders horen bij onze cultuur en wij respecteren ze."

"Traditionele leiders horen bij onze cultuur en wij respecteren ze"
Maar waarom staat uitgerekend déze chief op de kandidatenlijst?, vragen jonge ANC'ers zich af. Kgosi (chief) Kgoloko stond namelijk in de jaren tachtig op voet van oorlog met zijn gemeenschap. De opstandige jeugd zag hem destijds als een verrader, omdat hij in het parlement van het thuisland Lebowa zat. Het conflict liep zo hoog op dat hij vijf comrades doodschoot, waarop hun medestrijders zijn huis in de fik staken en hij met zijn drie vrouwen naar Botswana vluchtte. Toen hij in 1992 terugkwam, liet hij zich nog jarenlang bewaken door het leger. Pas in februari van dit jaar werd hij lid van het ANC, om meteen op de kandidatenlijst voor het parlement geplaatst te worden.

Een van de hoge ANC'ers, Aaron Motswaledi, verklaart het zo:

"Kgosi Kgoloko stamt uit een heroïsche familie: zijn moeder schoot zijn vader dood omdat deze in de jaren vijftig vóór het thuislandensysteem was. Zij zat jarenlang met Mandela in de gevangenis en er is zelfs een regiment van Umkonthe, de vroegere gewapende vleugel van het ANC, naar haar genoemd."

En bovendien, voegt hij er vertrouwelijk aan toe, "wij hebben de steun van de chiefs nodig."

In Madibong zelf herinneren alleen het prikkeldraad om het huis van de chief en het enorme stamkantoor - vroeger een bonus voor meewerkende chiefs - aan de voorbije tijden.

[Foto's: Barbara Oomen] Ze hebben elkaar weer helemaal gevonden: chief Kgoloko en burgemeester Mafiri, beiden in ANC-shirt tijdens een politieke bijeenkomst. Kgoloko was vroeger anti-ANC en Mafiri is zijn vroegere chauffeur.  

Het gebied lijkt op het grensvlak van twee werelden te liggen. Aan de ene kant omvat het Jane Furse. Dit dorpje groeit snel dankzij een taxistandplaats en het kortgeleden uit de grond gestampt winkelcentrum, waar nog steeds af en toe geiten verdwaasd naar het verdwenen gras zoeken. Maar daarachter ligt het uitgestrekte stamland, een gebied van rood zand, agaven en cactussen, waar traditionele lapa's grenzen aan moderne villa's en de blikken krotten. Een rural slum, een plattelandssloppenwijk, zoals dit soort gebieden ook wel genoemd worden: uitvalsbasis voor migranten, die hier vrouw(en) en kinderen achterlaten omdat die er tenminste nog deels van de grond kunnen leven.

Hoewel de ruim 40.000 inwoners voornamelijk Sotho spreken, trekt het gebied steeds meer immigranten, die tevergeefs werk komen zoeken.

"Zoals Mozambikanen", mokt een dorpeling, "die denken sinds dat huwelijk van Mandela met Graça Machel zij hier allemaal welkom zijn."

Zo vlak voor de verkiezingen krijgt het dorp eindelijk elektriciteit: de nieuwe draden spannen zich als een spinnenweb op palen uit over het gebied. Toch zoeken veel vrouwen nog brandhout in de bergen, om de samengebonden takken op hun hoofd naar huis te dragen. Het voornaamste verkeer op de wegen lijkt uit kruiwagens met watertanks te bestaan, onderweg naar de waterpomp.

"Wij mogen dan nu elektriciteit krijgen", legt de goedlachse chief vanuit zijn villa uit, "maar veel mensen hebben helemaal geen geld om dat soort diensten te betalen. Dat beseft die nieuwgekozen gemeenteraad niet. Zij willen nu hier in de buurt een dam aanleggen. Dan hebben mensen weliswaar schoon water, maar iedereen moet meebetalen. Dat gaat hier echt een opstand veroorzaken."

Het stamhoofd is over het algemeen niet onder de indruk van de nieuwgekozen gemeenteraad.

"Er is veel corruptie. En dat is ook logisch. Kijk nu naar de nieuwe burgemeester, Abraham Mafiri. Ik ken hem goed. Hij is mijn onderdaan, was vroeger mijn chauffeur en komt hier af en toe om advies. Nu rijdt hij plotseling met zijn magere stipendium in een BMW en bouwt hij een villa."

Bulderend van het lachen: "En dat is ook natuurlijk. Die mensen hebben honger, zij zijn maar vijf jaar aan de macht en moeten daarin binnenlopen. Wij als chiefs hoeven daar niet aan mee te doen. Als ik een huis wil dan vraag ik mijn stam gewoon om een huis te bouwen. Hoe kan ik stelen? Alles hier is toch van mij."

"Hoe kan ik stelen? Alles hier is toch van mij..."

De chief vindt zijn ANC-kandidatuur vooral komisch. Schuddebuikend vertelt hij erover:

"Zij hebben mij daar gevraagd om de belangen van de traditionele leiders te behartigen. Vroeger, in de thuislanden, kregen wij een goed salaris, maar het wordt steeds minder. Ook ga ik over andere dingen meepraten. Want wij traditionele leiders zijn meesters in het spreken in het openbaar. Wij weten hoe wij tegenstanders met een paar grappen hun plaats kunnen wijzen."

Emily Magabe, een jonge kleuterschoollerares, een van de voormalige comrades, vindt het prima dat de chief na de verkiezingen naar het parlement in Kaapstad vertrekt.

"Als hij maar niet weer van gedachten verandert. Die man is net een windvaan." Zij vindt het een vreemde actie van haar partij, maar zegt schouderophalend: "Het is een strategische zet."

En bovendien: "Wij zijn toch zelf verantwoordelijk voor de meeste ontwikkelingen hier. Vroeger was Madibong echt een moeilijke gemeenschap. Toen ik jong was draaide politiek om mensen sjambokken en huizen in brand steken. Nu gaat het om projecten, om ontwikkeling. Wij hebben van een hulporganisatie geld gekregen voor een kleuterschool, waaromheen allerlei initiatieven ontwikkeld zijn. Vrouwen zijn er een gemeenschapstuin begonnen, zij naaien gezamenlijk en bakken brood in een traditionele oven. Wij moeten hier inkomens genereren, in plaats van werk te zoeken in de steden."

Het begint te schemeren en zij steekt een kaars aan. Een paar huizen verder flonkeren al lichten en volgende week zouden ook de Magabe's elektriciteit moeten hebben. Het fornuis staat al te wachten. Emily's grootmoeder, stokdoof en met een bril met jampotglazen is enthousiast over de makandlele (naar het Engelse candles).

"Hiervóór moesten wij voor hout naar de bergen, waar we verkracht konden worden of gebeten door slangen. En je had onderweg altijd honger, omdat je pas kon koken als je hout had." Wat nog ontbreekt is schoon water.

Emily: "De pomp is hier zo'n twee kilometer vandaan en vooral in de winter is water erg schaars. Dan moet je om drie uur opstaan om op tijd in de rij te staan."

 
Vrijwel alle stemmen in Jane Furse gaan naar het ANC

De ontwikkelingen zullen haar veel tijd besparen, die zij hard nodig heeft. Want Emily zit tegenwoordig in de politiek: toen duidelijk werd dat de chief naar Kaapstad zou gaan, besloot hij plotseling om zijn hele stamraad te democratiseren. In plaats van alleen de stamoudsten zitten er nu jonge ANC'ers en zelfs twee vrouwen, waaronder Emily, in de raad.

"Belachelijk", vindt William Ntjana dit. Hij werkt als bewaker in het gemeenschapscentrum, maar is ook een van de adviseurs van de chief. Met zijn commentaar lijkt hij verdacht veel op een van de mopperende mannetjes uit de Muppetshow.

"Hoe kunnen vrouwen nu in de stamraad zitten?" pruttelt hij, terwijl hij in één teug een glas wijn achterover slaat.

"En hoe kunnen kinderen nu de raad leiden?", doelend op de jeugdige ANC'er die sinds kort de stamraad voorzit, "zij moeten toch naar school?"

Van dit laatste is in de aanloop naar de verkiezingen weinig te merken. De jeugd leidt de ANC-campagne in Madibong, zoals de huis-aan-huisbezoeken op een herfstige donderdagochtend. Tientallen jongens en meisjes met basketbalpetten, cowboylaarzen en hippe truien krijgen in het stemkantoor uitleg over de procedure.

"Als mensen fervente ANC-aanhangers zijn, schrijf je een 4 op het roze papier. Als zij echt nog twijfelen een 2."

"Grootvader, we komen even checken of u gaat stemmen"

Maar Madibong kent weinig tweeën, blijkt wel bij rondgang door het dorp. Het is vooral buurten bij bekenden, bijpraten over familieleden in de stad, een bord verse sorghumpap eten en dan terloops: "Grootvader, wij komen even checken of u gaat stemmen."

Als het nodig is, leggen zij met voorbeeldstembiljetten - met de namen van alle partijen, de veelkleurige logo's en foto's van hun leiders - de analfabete ouderen uit hoe en wáár zij een kruisje moeten zetten. Tijdens de evaluatie geeft de jeugd aan de - ook al jonge - leiding door wie nog wel een extra huisbezoek kan gebruiken. En welke ouderen op de dag van de verkiezingen vervoer nodig hebben.

ANC-jeugd legt     

huis-aan-huis de   

stemprocedure uit.

De jeugd werkt vrijwillig, tenzij je de doos gratis condooms op tafel als beloning beschouwt. Wel hopen zij allemaal op een baantje, bijvoorbeeld als partijvertegenwoordiger op de dag van de verkiezingen. In 1994 hebben veel mensen zo toch een paar tientjes verdiend. Zoals Somebody Mokwena:

"Het leven is nu echt beter. Wij hebben vrijheid, elektriciteit en een winkelcentrum. Nu alleen nog water. En ontwikkelingsprojecten. En werk."

In die baantjesrace heeft dorpsgenoot Mafiri, nu burgemeester, het het beste gedaan. Somebody gunt hem zijn nieuwe huis en auto van harte.

"Die auto heeft hij gewoon van iemand gekregen. En de stenen van zijn huis waren over van het bouwen van de school en het ziekenhuis."

Dat die school en het ziekenhuis wegens gebrek aan bouwmateriaal nog steeds niet af zijn, nee, dat verhaal heeft hij nog nooit gehoord.

De 33-jarige burgemeester Abraham Mafiri kan zich niet druk maken over al het geroddel. Jealousy kills staat er op een poster in het kantoor van de gemeenteraad, dat vele malen kleiner is dan het stamkantoor. Hij wil wel even praten over de BMW - "gekocht met geld uit de mijnen" - en de chief die naar Kaapstad gaat.

"Het is onze vorm van verzoenen. En hij is een prima man, die alleen af en toe mijn advies nodig heeft."

Maar zijn hoofd is er niet echt bij want, zo fluistert hij, "Mandela komt over twee weken naar Jane Furse!"

Iedere gemeenteraad moest een tijd geleden een motivatie voor een bezoek schrijven en de zijne benadrukte de vele oppositieleiders die in het gebied geboren zijn. Dat die oppositiepartijen in Madibong en het dorpje Jane Furse geen voet aan de grond krijgen, bleef onvermeld.

Zo komen de voorbereidingen voor de verkiezingen alsnog in een stroomversnelling. Een explosie van geel-groen promotiemateriaal daalt op het dorp neer. Zo arm als de meeste leden zijn, zo rijk lijkt het ANC zelf. Alle taxi's zijn plotseling volgeplakt met stickers en posters. Er circuleren tientallen folders met de verworvenheden van de afgelopen jaren; water, huizen, elektriciteit, gezondheidszorg, grond en onderwijs voor de zwaksten. Jongeren in nieuwe T-shirts delen op straat kalenders uit. En stickers in de vorm van een stembiljet, met een kruis bij het ANC.

Op de dag voor Mandela's komst is het humeur van de toch al knorrige veiligheidsbeambte William Ntjana tot onder het nulpunt gezakt. De president zal voordat hij de massa toespreekt een besloten vergadering in het gemeenschapscentrum houden en Ntjana is verdreven door een cordon veiligheidsbeambten, allemaal even breed en blank, die met geweren en honden het terrein verkennen. De vrouwen uit de gemeenteraad zijn tot diep in de nacht bezig met het versieren van de hal en zelfs de burgemeester helpt even mee.

Met een mond vol plakband en handen vol met posters zegt Mafiri glunderend: "Zie je nu dat dit een groeikern is?"

De volgende ochtend krijgen de kleerkasten van de beveiliging gezelschap van busladingen vol jonge ANC'ers, veel officieel uitziende mannen die - mobiele telefoon aan hun oor geplakt - over het terrein ijsberen, vrouwen in traditionele dracht en natuurlijk pers en fotografen. De besloten vergadering blijkt een bijeenkomst met de chiefs te zijn, zoals Mandela deze in de meeste provincies houdt.

Kgosi Kgoloko heeft zichzelf opgeworpen als ceremoniemeester. Hij heet de tientallen mannen in pakken en de enkele prachtig uitgedoste regentes handenschuddend welkom en geeft iedereen een ANC-zonneklep. Terwijl buiten de opgesierde zaal helikopterwieken klinken en het hoge "lulululu" van de vrouwen en het gezang van schoolkinderen aanzwelt, blijft het binnen rustig. Een herenclub die elkaar kent van het vroegere Lebowa-parlement en het Huis van Traditionele Leiders, een adviesorgaan. Zij keuvelen gemoedelijk tot zowel de pers als het partijkader de deur uitgezet zijn.

Pas dan brengt de president - in T-shirt met beeltenis van Thabo Mbeki - een nederige groet uit aan "mijn leiders" en verzekert de chiefs dat zij niets van het ANC te vrezen hebben. Zij hoeven maar te vragen. Zoals de regenkoningin. Die vroeg de president vorig jaar om een auto, "en eergisteren heb ik haar er twee gegeven."

Het kan best zijn dat de chiefs nu klachten hebben over salarissen, de toekomst van de stamgronden en de slechte verhouding met de gekozen gemeenteraden.

"Maar leg mij die vragen dan voor, dan zal ik mij erover ontfermen. Niet als president, niet als oud-ANC-leider, maar als oude man die de tradities van dit land respecteert."

Na een uur van gemoedelijke conversatie en grappen loopt de president handenschuddend naar buiten.

Daar is het tijd voor de enorme massa die zich sinds de ochtend verzameld heeft bij het onaffe ziekenhuis. Het bliksembezoek staat in schril contrast met de ingetogen vergadering met de chiefs. Hier strijden duizenden schoolkinderen, majorettes, kooplieden en ouderen, gehandicapten om Mandela's aandacht.

"Amandla", schreeuwt de 81-jarige vanaf het podium.

"Awethu", antwoordt de massa.

De speech duurt niet langer dan tien minuten. Maar wanneer de presidentiele helikopter in een stofwolk verdwijnt, is de bevolking tevreden.

"Eindelijk heb ik mijn president gezien", verzucht een vrouw in een rolstoel.

Het blijft nog lang onrustig in het dorp. Een lange rij mensen verzamelt zich bij het gemeenschapscentrum voor de gratis maaltijd. De laatsten zullen pas over een paar uur aan de beurt komen. Ntjana, de veiligheidsbeambte, heeft al eten en straalt in een Mbeki-shirt en ANC-zonneklep. De jeugd danst onvermoeibaar door de stoffige straten. En zelfs nadat de zon oranje-rood is ondergegaan, klinkt het veelstemmig

"Nelson Mandela. Nelson Mandela. Op heel de wereld is er niemand zoals hij."

Barbara Oomen is werkzaam bij het Van Vollenhoven Instituut, Universiteit van Leiden.
Haar persoonlijke homepage is: http://ruljis.leidenuniv.nl/group/jfvvi/www/oomen.htm.
Haar research project 'Traditioneel leiderschap in Zuid-Afrika' is te lezen op http://ruljis.leidenuniv.nl/group/jfvvi/www/Barbara/index.htm.

terug terug

NiZA home   back to top