terug
Zuidelijk Afrika zomer 1999 Jrg. 3, nr 2 Ruim vijfentwintig jaar lagen zijn idealen bij de Swapo, de voormalige bevrijdingsbeweging en huidige regeringspartij van Namibië. Totdat hij in augustus vorig jaar onverwacht zijn ontslag indiende als Namibisch ambassadeur in Londen. Swapo-topman Ben Ulenga vond het onacceptabel dat president Nujoma kandidaat gesteld werd voor een derde ambtstermijn. Hij wil niet langer zijn mond houden over de sfeer van angst die elke discussie in de partij smoort.
Ex-ambassadeur Ben Ulenga staat sinds augustus vorig jaar in het middelpunt van de belangstelling. Op de muren in de straten van Windhoek verschijnen leuzen met zijn naam: 'Viva Ben', en de Namibische veiligheidsdienst maakt overuren om de afvallige Swapo-topman te volgen. President Nujoma is boos en beschuldigt zijn voormalige partijgenoot van verraad. Niet eerder is een zo alom gerespecteerd figuur als Ben Ulenga uit de Swapo gestapt. 'De bom van Ben' stond er de volgende dag in de onafhankelijke krant The Namibian te lezen. Zijn ontslag kwam voor velen als een verrassing, maar de onvrede met het interne Swapo-beleid sluimerde al jaren bij Ulenga. Hij heeft lange tijd gelaveerd tussen zijn eigen kritiek en zijn onvermogen deze te uiten, en zag met lede ogen aan hoe Nujoma steeds eigenzinniger en autoritairder werd. Tijdens zijn ambassadeurschap in Londen werd hij pas weken na dato op de hoogte gebracht van het feit dat Namibische soldaten vochten op Congolees grondgebied. Zijn hoop dat het met de Swapo wel goed zou komen, is definitief weg. Besluitvorming binnen de Swapo vindt volgens Ulenga niet plaats na een open discussie, maar is een ondoorzichtig proces waarbij de conclusie opeens als een besluit op tafel wordt gelegd. Mensen durven hun mond niet open te doen uit angst voor persoonlijke consequenties. "Het is een symptoom van alles wat er fout zit binnen de Swapo en de regering."
Ooit had de Swapo idealen en leverde zij tientallen jaren strijd tegen de koloniale overheerser Zuid-Afrika. Sinds zij in 1989 het roer overnam en regeringspartij werd, overheerst eigenbelang en cliëntelisme. Sam Nujoma, de eerste zwarte president van Namibië, regeert zijn partij nog steeds als bevelhebber in oorlogstijd. Tegenspraak en discussie worden niet gewaardeerd en angst bij zijn partijgenoten vormt de basis van zijn gezag. Ook een man als Ulenga, die bekend staat om zijn onafhankelijke geest en door de jaren heen kritische geluiden liet horen, heeft op cruciale momenten zijn mond gehouden. Hij vertelt over 1974, toen steeds meer jongeren Namibië verlieten om zich bij de Swapo aan te sluiten, die vanuit Zambia de bevrijdingsstrijd leidde. Onder hen waren veel intellectuelen van de Swapo-jongerenbeweging en hun leiders. Zij troffen daar een - in hun ogen - ineffectieve, ondemocratische en corrupte elite aan en protesteerden daar steeds heftiger tegen. In 1976 eisten zij openlijk een Swapo-congres waarop deze zaken konden worden besproken. Ulenga was een van hen, maar krabbelde terug toen bleek dat de Swapo-leiding het niet met de eis eens was. Ulenga zich daarbij neer. Zijn geweten knaagt. "Als ik ze toen had gesteund en als we gezamenlijk hadden geprobeerd anderen te overtuigen, dan hadden we misschien de leiding kunnen dwingen en was de Swapo een andere organisatie geworden." Ulenga bekijkt zijn eigen verleden met enig cynisme. "Misschien is het tijdsverspilling geweest om pas drieëntwintig jaar later op te staan en mijn mond open te doen." Typerend voor de interne onderdrukking is volgens Ulenga ook het 'spionnendrama'. De Swapo had, net als elke bevrijdingsbeweging, te maken met vijandelijke infiltraties in eigen geledingen. Dat levert onvermijdelijk wantrouwen en paranoia op. Halverwege de jaren tachtig werden honderden Swapo-activisten beschuldigd van spionage en opgesloten en gemarteld in ondergrondse gevangenissen bij Lubango in Angola. "De mensen die gestorven zijn in de kerkers hebben nooit een rechtzitting gekregen. Het waren vaak valse beschuldigingen waarbij jaloezie en tribalisme een belangrijke rol speelde." De angst om van spionage beschuldigd te worden begon als een rode draad door de beweging te lopen. "Ik weet nog hoe ik hoopte dat de Swapo als beweging hiervan rekenschap zou afleggen na de onafhankelijkheid. Dat we erover zouden praten, maar dat is nooit gebeurd. De huidige premier is een van de weinigen geweest die de Lubango-kwestie een keer aan de orde heeft gesteld. Hij riep ons tijdens een Swapo-bijeenkomst op om erover te praten, maar niemand reageerde. Ook ik hield m'n mond. Waarom? Het was nog steeds alsof er een onzichtbare vinger zou wijzen naar mogelijke spionnen binnen de organisatie of onpatriottische en niet-loyale elementen. Die vinger is er altijd binnen de Swapo." "Angst is een gevolg van gebrek aan openheid en onzekerheid", zo verklaart Ulenga de cultuur van stilzwijgen binnen de Swapo. "Er is inmiddels een nieuw element bijgekomen, de angst om je bestaanszekerheid te verliezen. Er is in de afgelopen jaren een sterke groei geweest van het patronagesysteem. Veel mensen zijn voor hun positie afhankelijk van de regering en de partij. Je ziet dat de lagere overheden zich uitsloven om straatnamen te vernoemen naar zittende ministers, in de hoop dat het iets voor hen oplevert. Iedere minister heeft minstens drie straten naar zich vernoemd. Kritiek kan je positie bedreigen, je loopt gunsten mis en je weet niet wat er met je zal gebeuren." Ulenga maakt niet de indruk een verbitterd en rancuneus man te zijn wiens enige bestaansreden is de Swapo te besmeuren. Hij kiest zijn woorden als een echte diplomaat: weloverwogen en zorgvuldig - namen van personen worden nadrukkelijk vermeden - en laat zien hoe moeilijk hij het heeft gevonden om die ene definitieve stap te zetten, waarvan hij onherroepelijk wist dat er geen weg terug is. Ook schuwt hij zelfkritiek niet. "Ik ben onderdeel geweest van de Swapo, dus ik ben deels verantwoordelijk. Als ik eerder was opgestaan binnen het centraal comité en mijn mening had geschreeuwd...! Maar het is niet anders, ik ben er al die tijd bij geweest." Na zijn ontslagname als ambassadeur en de daaropvolgende schorsing als lid van Swapo's centraal comité werkte Ulenga aan de oprichting van een nieuwe politieke partij. Op 23 maart 1999 was het zover: tijdens een oprichtingsvergadering presenteerde Ulenga zijn Congress of Democrats (CoD, www.cod.org.na). Het interim-bestuur van de partij - de definitieve leiding zal binnen enkele maanden worden gekozen - bestaat grotendeels uit intellectuelen en jongeren die zwaar teleurgesteld zijn geraakt in het ondemocratische karakter van de Swapo. Tijdens de bijeenkomst vertelde Ulenga de ruim duizend aanwezigen dat zijn partij zou meedoen aan de algemene en presidentiële verkiezingen in 2000. Het motto van de partij luidt: 'Een nieuw begin'.
De CoD reageerde furieus en dreigt met een rechtszaak. "Wij zien niet in waarom mensen verraders worden genoemd alleen omdat ze een nieuwe partij oprichten. Politieke diversiteit is een grondwettelijk recht." terug |